12 april 2023

Pas maar uw bookmarks aan

Ik ben Verhuisd.

Het heeft veel getwijfel gekost, maar ik zal vanaf nu mijn geboortenaam gebruiken om te schrijven.  Rita de Pita is dood, lang leve Rita de Pita.

https://tanjabilliard.blogspot.com/2023/04/iemand-anders-terug-mijzelf.html


08 april 2023

Fok

 Rats vergeten....

We zullen het maar als een positief teken opvatten zeker?

05 april 2023

Ik weet dat ik me had voorgenomen om elke woensdag en elke zaterdag een halfuur te schrijven, maar ik voel vandaag terug een sterke weerstand en de neiging om elke zin die ik typ te wissen. Mijn innerlijke criticus is enorm van jetje aan het geven en het valt me moeilijk om iets in te brengen tegen de harde woorden die in mijn hoofd vallen. Dat ik er mee moet stoppen. Dat ik niet interessant ben. Dat zelfs uit sympathie niemand op mij zit te wachten want dat ik een hatelijk kutwijf ben. Dat iedereen mij haat. Het is enorm moeilijk nu om me te houden aan mijn voornemen om mezelf nu niet te editen. Het is een braindump, het maakt niet uit. Het is een maar een braindump. Let niet op zinsconstructies of logische volgordes. Braindump. Niet wissen. Niet wissen. Gewoon doorgaan tot de wekker gaat. Blijven typen, al is het maar om je innerlijke criticus te tonen wie er de baas is. Ik ben niet interessant? Ik heb niets te vertellen? Ik geef geen fok. 

Gewoon starten en zien wat er gaat komen. Gewoon springen en dan pas denken. De problemen pas oplossen als ze zich voordoen. Jezelf niet censureren. Niet panikeren. Panikeer nu toch eens niet. Stop met panikeren. Ik heb al zo vaak te horen gekregen dat ik te snel panikeer. Alsof ik daar controle over zou hebben. Soms vond ik de opmerking niet eens terecht. Als ik simpelweg in gezelschap opmerk dat onze laatste trein naar huis binnen tien minuten zal vertrekken en onze wandeling naar het station acht minuten duurt, is dat panikeren? 

Ik ben niet goed in geen fok geven. Ik ben een stresskip. Ik ben voorzien op elk doemscenario. Soms is dat voorzien zinvol. Meestal is dat voorzien niet zinvol.  Ik doe zelden portefeuilles kwijt en ben vrijwel nooit te laat. Men wil soms ook weleens jaloers zijn op hoe georganiseerd ik kan zijn. Alsof dat een aangeboren gave is. Iets waar ik goed in ben. Ik durf niet te beginnen zeggen hoe veel denkwerk het me kost. Hoe uitputtend het is, maar hoe ik het niet kan laten. Liever uitgeput dan ergens niet mee in orde. Liever streng voor mezelf dan het risico lopen iemand anders boos.

Als ik ergens naartoe moet, reken ik vijftig procent extra reistijd dan Google Maps adviseert.  Tenzij er effectief iets misloopt, ben ik meestal minstens een halfuur vooraf aan mijn afspraak om dan nog minstens achtentwintig minuten lang blokje rond te lopen, voortdurend angstvallig de tijd in het oog houdend. Mijn Fitbit is blij als ik ergens naartoe moet. Als ik de trein moet nemen, check ik nonstop of ik wel een ticket gekocht heb, voor het geval ik toch verstrooid geweest zou zijn. Ik ben nog nooit vergeten een ticket te kopen.  Maar het is zeker geen aangeboren gave. Het is een traumarespons. Niet echt iets om jaloers op te zijn. Hyperalertheid put je zodanig uit dat je op den duur effectief niet eens meer oplettend kan zijn. Tot je voor je uit zit te kwijlen in een verwarde waas waar alleen een afgrijselijk luide innerlijke criticus door heen kan knallen.

Maar ik blijf mijn uiterste best doen om te blijven typen. Iets van tegengas te geven. En hoe enorm de cringe ook weegt, om mezelf nu niet editen. 

Zie, was dat nu zo moeilijk?

01 april 2023

Hopelijk doet het toetsenbord vandaag niet zo lastig als afgelopen woensdag.

Toen ik vorige week voor het eerst sinds 2017 terug iets op dit blog postte, was dat zeker niet het beste dat ik ooit al geschreven had, maar het was wel de blogpost waar ik het meest fier op was. Omdat ik voor het eerst in alle naaktheid over mijn schroom heen kwam om voor mijn dromen uit te komen. Geen bravoure, geen pose, geen Pain In The Ass. Gewoon eerlijk durven zijn. Durven toegeven dat ik wil schrijven. Dat het geen optie is, maar dat het moet. En dat ik daarover onzeker ben. Onzekerheid is ook iets dat ik ook nooit eerder durven toegeven. Toen ik afgelopen najaar een psychodiagnostisch onderzoek liet uitvoeren, hoopte ik op iets “echter” dan een laag zelfbeeld. Een heuse diagnose, een officiële reden om te zijn wie ik ben. Een excuus om me te voelen en me te gedragen zoals ik deed.  Er kwam niets officieels uit. Ik had nu ook op papier een extreem laag zelfbeeld en dat stelde me teleur, want was dat nu hetgeen dat voor zoveel leed zorgde? Kon mijn eigen pijn en de pijn die ik anderen bezorgde met mijn afstand-creërende gedrag vol passief - én actief agressieve opmerkingen te wijten zijn aan alleen maar een laag zelfbeeld?  Het was niet spectaculair genoeg. Het leek niet te passen bij de grootte van mijn pijn. Een laag zelfbeeld was iets banaals, iets waarover je in de Flair leest of zo. 

Ik weet inmiddels dat het gebrek aan een officieel excuus om me slecht te voelen, niets afdoet aan hoe slecht ik me soms kan voelen.Ik leer daar milder in te zijn en mezelf niet te verwijten dat ik last heb van waar ik last van heb.  Het aanhoudende schuldgevoel, het opgejaagde, het veel te snel geïrriteerd geraken. Mezelf voortdurend een last voelen zijn en de alles lamleggende angst. Ik ben bang om te falen en ik ben bang om te slagen. Ik schiet mezelf in de voet en ik hou mensen op afstand omdat ik bang ben voor verlies. Toegeven dat je droomt en dus ook nachtmerries hebt, is angstaanjagend kwetsbaar. Ik ben angstaanjagend kwetsbaar.  Ik droom van iets dat moeilijk is.  Ik wil niet langer mensen op afstand houden, want ook vanop afstand doet elk verlies onmetelijk veel pijn, dus waar zit het voordeel? 

Ik wil ten volle het risico lopen om mensen te verliezen.  

29 maart 2023

Obladi Oblada U dikke Ma

Dat ik maar eens moest ophouden met me te verschuilen achter een stoer imago. Dat er dan plaats zou komen voor de grote schoonheid die diep in mij verscholen zat.
Ik concludeerde dat het een oppervlakkige opmerking was geweest en ook volkomen onterecht. Dat de persoon die de opmerking gaf, zich liet verblinden door mijn zwarte kleren. Ik was niet stoer; ik was ontroostbaar.
Het was niet de eerste keer dat mijn verdriet zich liet lezen als stoer. Ik begreep dat niet. Ik begreep niet waarom mensen zich lieten kwetsen door mijn woorden. Het waren toch maar woorden. Mijn waardeloze woorden. Mijn laffe uitlaatklep voor de voortdurende ergernis die ik niet wilde voelen, die ik niet mocht voelen. Waarom kwam mijn verdriet er niet uit op een idyllische wijze, op z'n minst sociaal aanvaardbaar? 
Iets met bloemen en wolken en tranen en zo.
Veel tranen die maar niet vloeiden. Er was alleen maar ergernis en woorden. Woorden over hoeren en losers. Vuilnis en kapotte batterijen. Ik heb ooit iemand vergeleken met een kapotte batterij. Ik heb mensen kut genoemd, hermetisch en kut en lelijk en dom en neukbaar materiaal.  Omdat dat op dat moment logisch leek. Woorden die de ene deed lachen en de ander deed steigeren. Maar aan het eind van de dag waardeloos. Zinloos. Niet bijgedragen, het waren maar woorden. Van mij. Waardeloos.
Het is grappig hoe een laag zelfbeeld zichzelf in stand houdt. Ik haat mijzelf dus iedereen moet mij ook haten want zo is het logisch. En als ze mij niet haten, is er iets niet in de haak. Dus herstel ik eigenhandig de orde der dingen. Ik maak het lelijk en waardeloos. En omdat ik het lelijk en waardeloos maak, haat ik mezelf. En dus moet iedereen mij ook haten om het cirkeltje logisch te maken.  
Ik deed het niet eens expres. Ik had het niet door. Mijn verdriet was niet idyllisch met bloemen en wolken en tranen en zo. Maar het was verdriet. Het is vermoeiend leven in voortdurende ergernis want je wilt het niet voelen. Je voelt teveel om beleefd te kunnen blijven. Er is lawaai, er doet iets pijn. Het stinkt hier en de deurklink plakt. Alles is overal. Het is teveel. Ik voel teveel om vriendelijk te kunnen blijven. Het is een waardeloos excuus om onbeschoft te zijn. 
Niemand verdient andermans ontroostbaarheid en al helemaal niet de mijne. 
De plaat een keer afspelen is zelden voldoende.

25 maart 2023

Wachten op het verlossende gepiep van de wasmachine

 25 maart 2023

Het is dus de bedoeling dat ik terug ga schrijven. Het is me aangeraden dit opnieuw op te pakken om terug in contact te komen met mijn authentieke zelf. Dat is iets therapeutisch. Ik heb me voorgenomen om via ongecensureerde braindumps* terug het schrijven in de vingers te krijgen.

Ik denk dat het altijd wel mijn bedoeling is geweest om te schrijven.

Ik kan me goed herinneren dat ik als kind al schrijver wilde worden. Van zodra ik meer kon lezen dan Jan Pet Pop Vis, en er een wereld van woorden voor me open ging waarin ik veiligheid en troost kon vinden, wilde ik zelf aan die wereld meebouwen.

Op dit moment draait de wasmachine aan haar laatste spin-cyclus, ik heb net op de display gezien dat ik nog een kleine twintig minuten heb vooraleer een scherpe piep het einde van de was aankondigt. Ik heb nog iets minder dan twintig minuten om mijn eerste braindump te vervolledigen en ik schrijf over schrijven. Ik hou niet van schrijven over schrijven. Toen ik in 2011 mijn studie stopte, was ik ervan overtuigd dat ik helemaal niets te vertellen had. Ik kon de mooie wereld van verhalen en moeilijke woorden niet uitbreiden. Ik had niets meegemaakt, vond ik. Ik kende de echte wereld niet, dus ik kon ook niets vertellen in de fictieve wereld. Ik had niets meegemaakt.


Ik ben toen beginnen werken in de normale wereld. Een normale job met een normale dagindeling. Een bescheiden loon, maar voor een starter normaal. Normaal doen, dat heb ik toen geambieerd. Ergens in vredesnaam toe behoren. Iets bijdragen. Ergens in vredesnaam goed in worden. Iets bijdragen aan de normale wereld dan maar. Ik heb in een winkel gewerkt, maar bijdragen aan de consumptiemaatschappij gaf me niet het gevoel dat ik bijdroeg aan een betere normale wereld. Ik heb in accountancy gewerkt in een slappe poging een of andere powervrouw te worden. Ik zou een titel bij het IAB behalen en een carrière hebben. Normaal. Niet bijdragen aan een betere wereld, maar wel beter betaald worden. Normale ambities.

Ik ben niet goed in normaal en ik heb geleerd dat ik ook niet ambitieus ben en dat je dat op een sollicitatiegesprek maar beter verzwijgt. Geen ambitie wordt geïnterpreteerd als lui.

Ik heb mezelf terug een beetje herontdekt toen ik in de culturele sector de boekhouding deed. Naast een accountant ben ik slordig. Naast een kunstenaar een pietje precies. Ik ben altijd maar het contrast met wie ik naast mij heb staan. Ik ben altijd net niet. Wat ik aan mezelf herontdekte, maakte mij bang, dus liep ik daar ook weg. Dan maar een alternatief boekhoudkantoor, de dierentuin en in een vlaag van zinsverbijstering bij Stad Antwerpen gaan werken. En dan de Roma. Ik ben geen boekhouder en ik ben niet vlot in de omgang. Ik blijf maar jobhoppen in een wanhopige poging een thuis buiten thuis te vinden.

Ik hoor nog steeds het zwaaien van de wasmachine en betrap mezelf er op dat ik aan het wachten tot de piep me verlost van deze awkward aanvoelende maar zelfopgelegde schrijfoefening. Ik voel dat ik de oefening mis. Ik denk dat ik niets te vertellen heb.

Ik heb nog tien minuten om te braindumpen. Wanneer ik mezelf lui vind, begin ik te poetsen, dus mijn huis is meestal redelijk schoon. Ik vind mezelf vaak lui, maar eigenlijk ben ik bang. Ik ben niet lui wanneer ik schoonmaak. Ik ben niet lui wanneer ik help. Ik ben niet lui wanneer ik jaarverslagen en ratio-analyses maak.  Maar wanneer ik wil schrijven en lezen, dansen en pianospelen ben ik lui. Alleen de dromen die ik als kind had lijken mij als volwassene nu lui te maken. Ik ben niet lui, ik ben bang.  En ik ga de was ophangen. 


* In een braindump ga je in een voorafbesloten tijdspanne voor je uit zitten schrijven/ typen (ik heb snel kramp in mijn vingers) Ik heb mezelf de tijd gegeven tot de wasmachine gedaan heeft.

10 november 2017

#metoo

Flauw' Trees

Dat was het eerste dat in mij opkwam.
Ik kon niets anders bedenken dat dat.
Flauw' Trees, daarvoor val je de politie toch niet lastig?

Een zekere Foxy Lady had net op Facebook haar relaas gedaan over dat er op weg van haar werk naar huis een flasher voor haar was gesprongen en haar was blijven volgen terwijl ie schunnige dingen naar haar zitten roepen. Afijn, ik ken er de details niet van, maar hij had zich zo'n beetje staan afrukken en ze was er niet goed van. Ze had de flikken gebeld en liet via Facebook weten dat ze erg tevreden was met hun snelle interventie. 
En ik noemde haar een Flauw' Trees. Niet in haar gezicht, maar in mijn huis, want dat doe ik als shit me ergert.
Dan begin ik te ranten in mijn huis. 
Dat ze voor zo'n bagatel de flikken had gebeld, dat potloodventers amper een bedreiging te noemen zijn en dat een sterke onafhankelijke vrouw zoiets toch wel alleen kan afhandelen. Relativeren, die handel, er zijn ergere dingen in de wereld. Flauw' Trees.

Ik kan soms behoorlijk wat debiliteiten fulmineren en ik ben altijd content als iemand er in slaagt mij te doen begrijpen waar ik fout zit.
Achteraf dan, want leren is moeilijk en groeien doet zeer. 
Wat deze specifieke tirade verraadde is dat ik die shit normaal vind.
Of vond, ik ben er nog niet uit.
Ik wil verontwaardigd zijn, maar ik ben niet eens verbaasd. 
Wie zich in een publieke ruimte bevindt, loopt risico's.  Iemand die zich afrukt in het park,  is alvast niemand aan het verkrachten, dus wat is het probleem? Er zijn ergere dingen in de wereld. 
Hoe achterlijk ik deze redenering ook vind, ik maak ze zelf keer op keer. 

Ik kan zelf wel wat voorbeelden geven van shit die ik heb voorgehad waarvoor ik de flikken nooit gebeld heb. Waarvoor ik zelfs nooit hulp heb gevraagd omdat ik geen "damsel in distress" wou zijn. Ik handel die shit alleen af, probeer mijn voorzorgen te nemen en als er toch iets gebeurt, probeer ik het dan maar te relativeren want er zijn nu eenmaal ergere dingen in de wereld.  En ondertussen maar blijven dankbaar zijn dat ik doorgaans alleen maar shit voorheb die ik alleen aankan. 

Doorgaans. Een keer heb ik iemand moeten bellen, omdat ik het niet alleen aankon. Ik heb toen geen hulp aanvaard maar gewoon wat beginnen vertellen. Ik moest gewoon even kunnen wenen. Achteraf was ik daar beschaamd over.  Dat ik die persoon had lastig gevallen met mijn gezaag, want het was immers zo erg toch niet geweest. Ik was toch niet verkracht dus waarom kon ik dat niet gewoon relativeren?  Ik had voordien toch wel al ergere dingen meegemaakt, dus waarom kon ik daar nu ineens niet meer mee om? Waarom moest ik iemands vrijdagavond verknallen met mijn gejank over een bagatel? 

Ik denk niet dat ik de enige vrouw ben die er dit soort ideeën op nahoudt en ik weet zeker dat ik niet de enige vrouw bent die dit soort shit normaal is beginnen vinden. De meeste dingen lijken zelfs de moeite niet om te rapporteren. Een beetje cat- of fatcalling, een hoop kerels die wat porno-geluiden maken, een winkelbediende die een vriendschappelijk gesprek forceert terwijl hij de deur van zijn winkel blokkeert, een voorbijganger die aan je kleren trekt en per se wil weten waarom je je telefoonnummer niet aan hem wil geven, wat ambigue aanrakingen hier en daar... whatever. 
Het gebeurt soms dat op een dronken avond of in een #metoo-moment de verhalen ineens naar boven komen. Soms escaleert dat tot een miserie-competitite, een wedstrijdje om ter ergste anekdote. Herkenningshumor. Me too, me too. Er worden wat praktische tips omtrent sleutelbossen en alarmfluitjes uitgewisseld. Wat trieste reflectie en de avond gaat verder. Yeah, me too. Relativeren die handel. 

Is het gewenning of wil ik zo hard geen damsel in distress zijn dat ik fout gedrag wettelijk strafbare feiten kapot relativeer? Mijn referentiekader is zodanig vervuild dat ik soms het verschil niet meer zie tussen feminisme en geïnternaliseerde misogynie. 
Met mijn verlangen naar gender-gelijkheid heb ik altijd de sterke onafhankelijke vrouw uitgehangen die geen voorkeursbehandeling nodig had. Ik kan ook zware dozen heffen en ik kan mijn eigen eten betalen. Ik sta mijn mannetje, ik ben gewoon one of the guys. Iedereen gelijk. 

Maar als je op onverwachte momenten erop wordt gewezen dat je kwetsbaar bent en een makkelijk en gewenst doelwit precies omdat je een vrouw bent en dat je voorzorgen moet nemen voor je je in een publieke ruimte begeeft en dat je precies nogal veel moet relativeren om gelijk te zijn, dan is dat geen gelijkheid.  Dat is klote. Dus laten we daar vooral veel over zeuren tot we het met z'n allen niet meer normaal vinden. 

Ik hoop dat er altijd mensen in mijn leven blijven zijn die mij doen begrijpen waar ik fout zit, want dat ik die shit normaal vind, is niet normaal.

Nog veel Won Ton uit de Sun Wa